Dit opleidingsonderdeel bestaat uit volgende onderdelen:
- stage: observatie, participatie en realisatie in de stageschool
- leertrajectbegeleiding: individuele sessies, groepssessies en supervisie
- didactische ateliers: sessies met focus op stagevoorbereiding
- flexweken: muzisch gemixt, LO-stage, EHBO, aan het werk!

Uiterste inschrijvingsdatum: vrijdag voor de contactdag in oktober.

De organisatie van praktijk is afhankelijk van de op dat moment geldende veiligheidsmaatregelen. Afhankelijk van de op dat moment geldende veiligheidsmaatregelen kan de observatie-, participatie- en/of realisatiestage al dan niet georganiseerd worden. Indien deze stages niet mogelijk zijn, worden vervangende opdrachten gegeven. Verdere afspraken kan je vinden op Canvas.

Indien contactonderwijs niet mogelijk is, wordt leertrajectbegeleiding, didactische atelier en de flexweken aangeboden via digitaal afstandsonderwijs. Bij onvoorziene omstandigheden neem je contact op met je leertrajectbegeleider en kan er mogelijk een aangepast programma worden opgemaakt.
Afhankelijk van de veiligheidsmaatregelen die op het moment van kracht zijn, kan de flexweek op locatie niet of gedeeltelijk doorgaan. De concrete informatie hierover vind je op Canvas.

De stage in 3 EBAKO wordt als volgt opgebouwd:
- 3 weken stage bij de oudste kleuters en het eerste leerjaar: 1 week participeren/realiseren bij de oudste kleuters en in het eerste leerjaar, 2 weken realisatiestage bij de oudste kleuters
- 1 week groeistage (5 of 7 dagen dagen afhankelijk van de invulling): Na de stage van november wordt besproken of de student nog extra leerkansen nodig heeft bij de oudste kleuters. In dat geval realiseert de student 1 week groeistage bij de oudste kleuters. Studenten die de competenties bij de oudste kleuters voldoende aangetoond hebben, realiseren 7 dagen korte vervanging als groeistage.
- 4 weken eindstage

De student neemt deel aan andere schoolgebonden activiteiten (personeelsvergadering, oudercontact, pedagogische studiedag, schoolfeest, ...).

In LTB-sessies gaan studenten en lectoren in groep in dialoog over stage-ervaringen.
Tijdens individuele coachingsgesprekken ligt de focus op groeikansen voor volgende stageperiodes.
 
Het didactische atelier bestaat uit workshops die didactische en pedagogische vaardigheden trainen.

Flexweken:
1. muzisch gemixt
2. LO-stage
3. EHBO
4. aan het werk!

Voor dit opleidingsonderdeel wordt een geslaagd/niet-geslaagd beslissing genomen zonder numerieke waarde.

Om deze onderwijsactiviteit te kunnen evalueren, is je aanwezigheid verplicht. Afwezigheid dient altijd gewettigd te zijn voor alle onderdelen van praktijk (stage, leertrajectbegeleiding, didactisch atelier, flexweken). Dit wil zeggen dat je elke afwezigheid tijdens stage ALTIJD en vanaf de eerste dag moet melden via e-studentservice (afwezigheidsmodule). Bij gewettigde afwezigheid is het de verantwoordelijkheid van de student om de praktijkcel, de leetrajectbegeleider en de klasmentor hierover aan te spreken. De gemiste stagedagen worden ingehaald (zie stagegids).

Wie op stagedagen (observatie, participatie of realisatie) twee keer ongewettigd afwezig is, wordt uitgenodigd voor een gesprek met de praktijkcoördinator. Er wordt dan in overleg (met opleidingshoofd, ombudsverantwoordelijke en leertrajectbegeleider) bekeken of de stage verdergezet kan worden. Een stopzetting van stage resulteert in niet-geslaagd voor Praktijk 3. Studenten die gewettigd afwezig zijn tijdens de flexweek muzisch gemixt kunnen, indien ze dit wensen, de docenten om een aanbod vragen dat hen toelaat om de gemiste leerkansen in te halen. De docenten van de flexweek bepalen of ze al dan niet een aanbod voor gewettigd afwezige studenten voorzien.

Praktijk 3 wordt op het einde van het academiejaar beoordeeld op basis van de tussentijdse feedback in groeidocumenten (verslagen van de mentor, lector en extra beoordelaar). Elke stageperiode geven mentor, leertrajectbegeleider en extra beoordelaar feedback vanuit het perspectief van de minimumeisen. De reflecties van de student en de feedback in de groeidocumenten van zowel mentor, extra beoordelaar als leertrajectbegeleider bepalen het resultaat. Om te kunnen slagen voor Praktijk 3 moet een student slagen (lukt wel) voor alle minimumeisen van alle domeinspecifieke leerresultaten (DLR1A, 1B, 2, 3A, 3B, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10).

Het resultaat voor Praktijk 3 wordt gegeven op basis van de behaalde competenties tijdens didactisch atelier, flexweken, stage en leertrajectbegeleiding. Het eindresultaat wordt uitgedrukt in geslaagd of niet-geslaagd. Systematische, ongewettigde afwezigheid tijdens didactisch atelier, leertrajectbegeleiding of flexweken (ook internationalisering) kan leiden tot een 'lukt niet' op DLR 5: de student als innovator/onderzoeker. Dit resultaat kan de eindbeoordeling van het hele opleidingsonderdeel Praktijk 3 beïnvloeden. Er wordt geen apart assessment voor leertrajectbegeleidingen didactisch georganiseerd. De feedback betreffende didactisch atelier, flexweken en leertrajectbegeleiding wordt verrekend in het praktijkcijfer.

Als je kampt met een ernstig articulatieprobleem (bv. lispelen, slissen, de l/r/s/ ... niet kunnen uitspreken) dan zal je in dit opleidingsonderdeel een onvoldoende behalen voor de mondelinge taalcriteria. Bovendien heb je doorheen jouw opleiding ernstig moeten werken aan een correcte uitspraak door bijvoorbeeld doorgedreven logopedie te volgen. Je articulatieprobleem moet op het einde van je studie weggewerkt zijn. Zo niet, zal je je diploma niet kunnen behalen.
De student staat zelf in voor het verzamelen van de nodige beoordelingsdocumenten in zijn digitale stagemap. De student mag hierbij geen documenten aanpassen of verwijderen die bijdragen tot het feedback- en evaluatieproces.

- Niet slagen voor Praktijk 3 betekent hernemen van stage, didactisch atelier 3, leertrajectbegeleiding 3 en de LO-stage.

- Tweede examenkans: dit opleidingsonderdeel is een niet-herhaalbare activiteit en kan niet afgelegd worden in de tweede zittijd (geen
stageplaatsen beschikbaar, geen volwaardig alternatief mogelijk om de vooropgestelde competenties te beoordelen). Er is dus automatische overdracht van het behaalde resultaat naar de tweede zittijd.

Coronamaatregel
Praktijk is een opleidingsonderdeel met verplichte aanwezigheid. De verplichte aanwezigheid is van toepassing op alle bovengenoemde deelaspecten, zowel op de stageplaats, de campus als online. Indien door omstandigheden volledig wordt overgegaan op afstandsonderwijs, blijft de verplichte aanwezigheid gelden. Concrete informatie hierover vind je op Canvas.

De evaluatie van praktijk is afhankelijk van de op dat moment geldende veiligheidsmaatregelen. Afhankelijk van de op dat moment geldende veiligheidsmaatregelen kan je stagetraject onderbroken worden. De vooropgestelde competenties zullen dan via vervangopdrachten getoetst worden. Concrete informatie hierover vind je op Canvas.

We werken met een forfait van €15. Ook als je lessen mist, wordt deze forfait van €15 aangerekend.

Daar zitten de volgende kosten in:
- Voor het leerplan OVSG betaal je eenmalige kost bij de start van je opleiding (7,5 euro).
- Indien er tijdens praktijk ernstige uitspraakproblemen worden vastgesteld of de screening uit vorige jaren wees uit dat de uitspraakproblemen nog niet zijn opgelost, dan word je uitgenodigd voor de logopedische screening bij het begin en/of het einde van het academiejaar. Je betaalt per sessie 7,5 euro.

Het forfait is gekoppeld aan een opleidingsonderdeel en de student betaalt dit samen met zijn inschrijvingsgeld.
Bij uitschrijving wordt de forfait van het opleidingsonderdeel teruggestort indien de grensdatum van het opleidingsonderdeel nog niet overschreden is.

Extra kosten niet inbegrepen in het forfait:
-Printkosten en didactisch materiaal € 150
-De flexweek muzisch gemixt gaat door op locatie. De prijs hiervoor bedraagt ongeveer € 180. De kostprijs voor ingerichte externe activiteiten, waar een student niet gewettigd afwezig is, zal automatisch worden doorgerekend naar de student. Het is de verantwoordelijkheid van de student om de betrokken docent aan te spreken.
- Voor de flexweek EHBO heb je een zwachtel en een drukverband nodig om het aanleggen van verbanden in te oefenen.

geslaagd voor Praktijk 2 (EBALO OF EBAKO) EN binnen het opleidingsprogramma al minstens 80 studiepunten afgewerkt hebben+ simultaan te volgen met Vloeiend van 3 naar 1 of eerder geslaagd (of aanvaard tekort) voor Vloeiend van3 naar 1.