Karel de Grote Hogeschool
Brusselstraat 45 - 2018 ANTWERPEN
03 613 13 13
info@kdg.be
Redelijke aanpassing in een gemeenschappelijk curriculum of een IAC22431/1690/2122/24767/27
Studiegids

Redelijke aanpassing in een gemeenschappelijk curriculum of een IAC

22431/1690/2122/24767/27
Academiejaar 2021-22
Komt voor in:
  • Banaba in de zorgverbreding en remediërend leren, trajectschijf 1
  • Banaba in het buitengewoon onderwijs
  • Postgraduaat Autismespectrum
Dit is een deel van het opleidingsonderdeel Keuzetraject 21-22.
Studieomvang: 2 studiepunten
Gewicht: 2,00
Totale studietijd: 50,00 uren
Coördinator: Hechtermans Sabine
Taalvak: Nee
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Periode 2+3+4

Studiematerialen algemene info: Verplicht

Aanvullende studiematerialen vind je op de elektronische leeromgeving of krijg je van de docent(en).

Studiematerialen

BNB BOZO Keuzevak: Redelijke aanpassing in een gemeenschappelijk curriculum of een IACVerplicht
  • Uitgever: Karel de Grote Hogeschool
  • Editie: van het betreffende academiejaar
  • Medium: Digitale leeromgeving
  • Niet te koop via de verkoopdienst

Werkvormen algemene info

De studiebelasting omvat contacturen, supervisiesessies, praktijkervaring en een persoonlijke praktijkgerichte verwerking.
Contacturen en supervisiesessies kunnen online en/of op de campus plaatsvinden.

Werkvormen

Totale studietijd50,00 uren
  • Duur: 2 periodes
  • Startmoment: Periode 3

Leerresultaten

CodeOmschrijving
OLR1.11.1 De bachelor-na-bachelor maakt met alle betrokkenen (leerling, ouders en anderen in diens netwerk, partners in onderwijs) verbinding en stelt zich in communicatie gelijkwaardig op.
OLR1.21.2 De bachelor-na-bachelor hanteert een waarderend en autonomie-ondersteunend taalregister met alle betrokkenen.
OLR1.31.3 De bachelor-na-bachelor verzamelt op systematische wijze gegevens van een leerling met specifieke opvoedings- en ondersteuningsbehoeften en diens context via observatie en gesprek.
OLR1.41.4 De bachelor-na-bachelor schat vanuit de beginsituatie van een leerling diens mogelijkheden (en beperkingen) correct in en formuleert vanuit een toekomstperspectief individuele doelen om welbevinden en participatie te bevorderen.
OLR2.12.1 De bachelor-na-bachelor handelt interprofessioneel, zet verbindende communicatievaardigheden in die de samenwerking bevorderen en neemt als lid van het team verantwoordelijkheid op voor het behalen van collectieve resultaten.
OLR2.22.2 De bachelor-na-bachelor realiseert een duurzame en gelijkwaardige samenwerking op alle niveaus van het zorgcontinuüm met alle betrokken actoren in de school en in het brede netwerk rondom de school.
OLR2.32.3 De bachelor-na-bachelor kan de basisvaardigheden van teamcoaching toepassen.
OLR2.42.4 De bachelor-na-bachelor zet vergadertechnieken effectief en efficiënt in, kan leiding nemen en weerstand bespreekbaar maken.
OLR2.52.5 De bachelor-na-bachelor draagt zorg voor zichzelf en anderen na het opmaken van de balans draagkracht en draaglast van het team.
OLR3.13.1 De bachelor-na-bachelor handelt planmatig en inclusief. Hij coördineert de afstemming tussen de doelen en aanpak; leerinhouden, leermiddelen, groeperingsvormen, evaluatievormen worden geënt op de specifieke (sub)groep én op de specifieke leerling binnen deze groep.
OLR3.23.2 De bachelor-na-bachelor kan vanuit inzicht in groepsdynamische processen en in factoren die gedrag beïnvloeden een goed klasmanagement bepalen zodat de aanpak van de leerling met specifieke opvoedings- en onderwijsbehoeften een meerwaarde kan zijn voor alle leerlingen in de klas.
OLR3.33.3 De bachelor-na-bachelor zet specifieke (technologische), ondersteunende communicatiemiddelen in, wanneer deze een meerwaarde bieden voor het leerproces van de leerling(en).
OLR3.43.4 De bachelor-na-bachelor hanteert een correcte onderwijstaal, afgestemd op het ontwikkelings- en sociaal-emotionele niveau van de leerling(en); hij stelt vragen die het denken, handelen en voelen stimuleren en geeft op (cruciale) momenten gericht feedback.
OLR3.53.5 De bachelor-na-bachelor coacht de leerling in autonomie en zelfregulerend leren door ondermeer het leerproces van de leerling zichtbaar te maken. Van zodra het kan, bouwt de bachelor-na-bachelor de ondersteuning gestaag af.
OLR3.63.6 De bachelor-na-bachelor coördineert administratieve taken, gekoppeld aan het handelingsgericht werken.
OLR6.16.1 De bachelor-na-bachelor formuleert zijn ondersteuningsbehoeften en neemt het eigenaarschap van de professionalisering op om kwaliteitsvol onderwijs te kunnen realiseren.
OLR6.26.2 De bachelor-na-bachelor blijft de eigen professionaliteit ontwikkelen, vanuit een actief onderzoekende houding en door samen te werken met en te leren van diverse interne en externe partners in professionele leergemeenschappen en netwerken.

Leerdoelen

  • Je leert in deze sessie toekomstgericht denken/werken.
  • Je leert te vertrekken van de vraag “wat heeft deze leerling nodig?”.
  • Je kan kritisch reflecteren over het huidige leerstofjaarklassensysteem en ziet mogelijkheden om hier creatief mee aan de slag te gaan
  • Je kan je eigen referentiekaders met betrekking tot de mogelijkheden, doelen van REDICODIS en redelijke aanpassingen binnen het gemeenschappelijk curriculum verwoorden
  • Je hebt inzicht in de verantwoordelijkheden, mogelijkheden en effecten van REDICODIS
  • We zoeken een antwoord op de vraag “waar ligt de grens tussen gemeenschappelijk curriculum met redelijke aanpassingen en een IAC.
  • We bekijken ook de regelgeving rond IAC en de gevolgen ervan voor de toekomst van kinderen /jongeren

Leerinhoud

Doelgroep: basisonderwijs

Op dit moment heerst er heel veel onduidelijkheid in het basisonderwijs over de regelgeving maar ook over de praktische uitwerking van het omgaan met REDICODIS en redelijke aanpassingen binnen het gemeenschappelijk curriculum. ZILL is een nieuw referentiekader om doelgericht aan de slag te gaan maar hoe ga je met ZILL om versus de methodes die je hanteert in je klas?
We merken bovendien ook veel onduidelijkheid rond waar de grens ligt tussen een gemeenschappelijk curriculum en een IAC.

In deze sessie gaan we aan de slag vanuit volgende invalshoeken:
  • Waar ligt de grens tussen het GC en het IAC? Vertrek je dan vanuit diagnostiek OF vanuit specifieke onderwijsbehoeften?
  • Wat kan/mag binnen een GC? Hoe ga je om met methodes/handboeken? Wat betekent remediëren, differentiëren, compenseren, dispenseren? Wat is het effect van al die REDICODIS? Wat zijn minimumdoelen? Wat mag en kan & wie beslist over aanpassingen? Hoe bepalend is ons leerstofjaarklassensysteem hierin?
  • Vanaf wanneer spreken we over een IAC in ons zorgcontinuüm? Welke regelgeving bestaat hierrond? Wat zijn de gevolgen voor de toekomst van die leerlingen?
  • Wie is waarvoor verantwoordelijk en welke verslaggeving legitimeert welke beslissing.

Dit zijn ontzettend veel vragen waarop we een helder antwoord zullen formuleren. We blijven niet enkel hangen in de regelgeving maar bekijken ook de praktische vertaalslag. Hoe ga je met al deze “vernieuwingen” om op school, in de zorg, op de klasvloer?

Instap- en studiebegeleiding

Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding.

Evaluatie algemene info

De evaluatie gebeurt op niveau van het samengesteld opleidingsonderdeel "Keuzetraject". Je vindt de algemene informatie over de evaluatie van de keuzevakken dan ook terug in de ECTS-fiche van dit samengesteld opleidingsonderdeel.