Karel de Grote Hogeschool
Brusselstraat 45 - 2018 ANTWERPEN
03 613 13 13
info@kdg.be
Inclusief onderwijs vanuit doelgericht en verbindend samenwerken19593/1690/2122/24767/40
Studiegids

Inclusief onderwijs vanuit doelgericht en verbindend samenwerken

19593/1690/2122/24767/40
Academiejaar 2021-22
Komt voor in:
  • Banaba in de zorgverbreding en remediërend leren, trajectschijf 1
  • Banaba in het buitengewoon onderwijs
  • Postgraduaat Autismespectrum
Dit is een deel van het opleidingsonderdeel Keuzetraject 21-22.
Studieomvang: 2 studiepunten
Gewicht: 2,00
Totale studietijd: 50,00 uren
Coördinator: De Schauwer Elisabeth
Taalvak: Nee
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Periode 2+3+4

Studiematerialen algemene info: Verplicht

Aanvullende studiematerialen vind je op de elektronische leeromgeving of krijg je van de docent(en).

Studiematerialen

BNB BOZO Keuzevak: Inclusief onderwijs vanuit doelgericht en verbindend samenwerkenVerplicht
  • Uitgever: Karel de Grote Hogeschool
  • Editie: van het betreffende academiejaar
  • Medium: Digitale leeromgeving
  • Niet te koop via de verkoopdienst

Werkvormen algemene info

De studiebelasting omvat contacturen, supervisiesessies, praktijkervaring en een persoonlijke praktijkgerichte verwerking.
Contacturen en supervisiesessies kunnen online en/of op de campus plaatsvinden.

Werkvormen

Totale studietijd50,00 uren
  • Duur: 3 periodes
  • Startmoment: Periode 2

Leerresultaten

CodeOmschrijving
OLR1.11.1 De bachelor-na-bachelor maakt met alle betrokkenen (leerling, ouders en anderen in diens netwerk, partners in onderwijs) verbinding en stelt zich in communicatie gelijkwaardig op.
OLR1.21.2 De bachelor-na-bachelor hanteert een waarderend en autonomie-ondersteunend taalregister met alle betrokkenen.
OLR1.31.3 De bachelor-na-bachelor verzamelt op systematische wijze gegevens van een leerling met specifieke opvoedings- en ondersteuningsbehoeften en diens context via observatie en gesprek.
OLR1.41.4 De bachelor-na-bachelor schat vanuit de beginsituatie van een leerling diens mogelijkheden (en beperkingen) correct in en formuleert vanuit een toekomstperspectief individuele doelen om welbevinden en participatie te bevorderen.
OLR2.12.1 De bachelor-na-bachelor handelt interprofessioneel, zet verbindende communicatievaardigheden in die de samenwerking bevorderen en neemt als lid van het team verantwoordelijkheid op voor het behalen van collectieve resultaten.
OLR2.22.2 De bachelor-na-bachelor realiseert een duurzame en gelijkwaardige samenwerking op alle niveaus van het zorgcontinuüm met alle betrokken actoren in de school en in het brede netwerk rondom de school.
OLR2.32.3 De bachelor-na-bachelor kan de basisvaardigheden van teamcoaching toepassen.
OLR2.42.4 De bachelor-na-bachelor zet vergadertechnieken effectief en efficiënt in, kan leiding nemen en weerstand bespreekbaar maken.
OLR2.52.5 De bachelor-na-bachelor draagt zorg voor zichzelf en anderen na het opmaken van de balans draagkracht en draaglast van het team.
OLR3.13.1 De bachelor-na-bachelor handelt planmatig en inclusief. Hij coördineert de afstemming tussen de doelen en aanpak; leerinhouden, leermiddelen, groeperingsvormen, evaluatievormen worden geënt op de specifieke (sub)groep én op de specifieke leerling binnen deze groep.
OLR3.23.2 De bachelor-na-bachelor kan vanuit inzicht in groepsdynamische processen en in factoren die gedrag beïnvloeden een goed klasmanagement bepalen zodat de aanpak van de leerling met specifieke opvoedings- en onderwijsbehoeften een meerwaarde kan zijn voor alle leerlingen in de klas.
OLR3.33.3 De bachelor-na-bachelor zet specifieke (technologische), ondersteunende communicatiemiddelen in, wanneer deze een meerwaarde bieden voor het leerproces van de leerling(en).
OLR3.43.4 De bachelor-na-bachelor hanteert een correcte onderwijstaal, afgestemd op het ontwikkelings- en sociaal-emotionele niveau van de leerling(en); hij stelt vragen die het denken, handelen en voelen stimuleren en geeft op (cruciale) momenten gericht feedback.
OLR3.53.5 De bachelor-na-bachelor coacht de leerling in autonomie en zelfregulerend leren door ondermeer het leerproces van de leerling zichtbaar te maken. Van zodra het kan, bouwt de bachelor-na-bachelor de ondersteuning gestaag af.
OLR3.63.6 De bachelor-na-bachelor coördineert administratieve taken, gekoppeld aan het handelingsgericht werken.
OLR6.16.1 De bachelor-na-bachelor formuleert zijn ondersteuningsbehoeften en neemt het eigenaarschap van de professionalisering op om kwaliteitsvol onderwijs te kunnen realiseren.
OLR6.26.2 De bachelor-na-bachelor blijft de eigen professionaliteit ontwikkelen, vanuit een actief onderzoekende houding en door samen te werken met en te leren van diverse interne en externe partners in professionele leergemeenschappen en netwerken.

Leerdoelen

  • Je kent de kritische factoren die bepalend zijn voor het proces van inclusief onderwijs.
  • Je hebt inzicht in de ondersteuningsbehoeften van de verschillende betrokkenen binnen inclusief onderwijs
  • Je kent de ondersteuningsmogelijkheden die gebruikt worden binnen inclusief onderwijs in de Vlaamse context en kan deze toelichten
  • Je hebt inzicht in de aanpassingsmogelijkheden voor de verschillende leergebieden binnen de inclusieve klascontext

Leerinhoud

Doelgroep: basis- en secundair onderwijs

Sessie 1: Handelingsgericht kijken naar inclusie – what’s in a name?
Inclusie hangt samen met een aantal waarden (belonging, meesterschap, bijdragen, interdependency. Deze vormen de basis voor de uitbouw van het inclusief traject en worden ook vertaald binnen de verbindende samenwerking. Binnen deze sessie gaan we hier dieper op in, met speciale aandacht voor verbindende samenwerking met ouders.

Sessie 2: ‘Jij en ik, ik hoor erbij’
Onderwijs gaat zowel over taal, wiskunde, techniek, LO,... maar gaat eveneens over een netwerk uitbouwen. Binnen inclusief onderwijs streven we er naar dat alle kinderen worden opgenomen binnen de klasgroep. Dit betekent dat de leraar moet omgaan met diversiteit en deze bespreekbaar maken. Er wordt ook verwacht dat het kind sociale relaties uitbouwt en dat deze worden gestimuleerd en ondersteund. Tijdens deze sessie maken we kennis met verschillende werkvormen en ondersteuners die de leraar daarbij kunnen helpen. We focussen op het samenwerken en hoe we in verbinding het inclusieproces kunnen vorm geven. De leraar speelt daar een cruciale rol in, dus nemen we ook tijd om bij zijn/haar rol stil te staan.

Sessie 3: ‘In de klas aan de slag!’
Inclusie betekent niet zomaar kinderen met een beperking in de klas te plaatsen. Het gaat over zinvol mee doen, zinvol participeren. Dit vraagt dat men differentieert naar curriculum, ondersteuning, evaluatie en dit zoveel mogelijk binnen de groep. Voor sommige kinderen zal er een eigen leerlijn moeten uitgestippeld worden (IAC). In deze sessie gaan we in op HOE iemand doelgericht kan participeren en welke rol spelen redelijke aanpassingen daarin.
We bespreken enkele concrete instrumenten zoals: het ondersteuningsplan, het participatieplan, strategieën voor aanpassing van curriculum en materiaal... We trachten deze ideeën concreet uit te werken aan de hand van eigen ervaringen en case-studies.

Instap- en studiebegeleiding

Bij dit opleidingsonderdeel hoort vakgeïntegreerde studiebegeleiding. Voor andere vormen van studiebegeleiding kun je terecht bij je leertrajectbegeleider, die je kan verwijzen i.f.v. specifieke studiebegeleiding.

Evaluatie algemene info

De evaluatie gebeurt op niveau van het samengesteld opleidingsonderdeel "Keuzetraject". Je vindt de algemene informatie over de evaluatie van de keuzevakken dan ook terug in de ECTS-fiche van dit samengesteld opleidingsonderdeel.